“Felco 321 Oogst- en snoeischaar” is toegevoegd aan je winkelwagen. Bekijk winkelwagen

Maart in de tuin

De lente arriveert in de tuin. De tuin ontwaakt echt in maart. Er is veel te zien, en veel te doen. De dagen zijn langer en warmer, de zon schijnt vaker en er staan al overal bloemen in bloei. Met het toenemende licht kun je steeds meer gaan voorzaaien. En nu de vorst grotendeels geweken is kun je de tuin weer helemaal klaar maken voor het nieuwe seizoen door flink te snoeien. Hieronder vind je alle tips voor tuinonderhoud in maart.

Zaaien & planten

Bloemen en perkplanten

•	Je kunt nu volop binnen voorzaaien. Zorg dus dat je alle zaden en zaaibenodigdheden in huis hebt. Als je ze nu zaait geven ze eerder bloemen en geniet je van een langer bloeiseizoen.
•	Voorzaaien heeft veel voordelen, mits je het goed aanpakt. Lees hier al onze tips voor voorzaaien en opkweken, zodat je goed voorbereid aan de slag gaat.
•	Knijp de topjes uit de Siererwten die je eerder dit jaar gezaaid hebt om zijscheuten aan te moedigen.
•	Wie al vroeg is begonnen met voorzaaien heeft nu veel zaailingen die klaar zijn voor een eigen en groter potje. Als de plantjes 4 tot 6 “echte” blaadjes hebben (dus niet de kiemblaadjes) kun je ze verspenen. Pak ze vast bij de blaadjes, en haal voorzichtig de wortelsjes uit de aarde met een verspeenvorkje. Maak een gaatje in een met aarde gevulde pot, zet de zaailing er voorzichtig in, druk de aarde zachtjes aan en geef goed water.
•	Maak de vrijgekomen zaaibakjes goed schoon met warm water, dan kun je ze daarna direct weer gebruiken voor een volgende ronde.
•	Plant de stekken die je in het najaar hebt genomen over in grotere potten.

Bollen en knollen

•	Bestel zomerbloeiende bollen en knollen. Sommige bollen kunnen deze maand de grond al in. Kom je er zelf niet uit? In onze webshop vindt je ook complete borderpakketten van verschillende soorten bloembollen die mooi samen gaan.
•	Plant de bollen van Lelies, Gladiolen, Freesia en Crocosmia.
•	Dahlia’s kunnen niet tegen vorst, en kunnen daardoor pas na IJsheiligen de tuin in. Maar je kunt ze nu al wel binnen ‘voortrekken’. Plant de knollen in een pot met aarde en zet deze weg op een warme (10-15 °C) lichte plek. Houd de aarde licht vochtig. Als het blad bovenkomt kun je voorzichtig beginnen met het afharden van de plant. In mei plant je de dahlia’s – die dan al flinke groene scheuten hebben – buiten op een zonnig plekje in jouw tuin. Door de vervroegde groei zullen de dahlia’s eerder in bloei staan. Lees hier meer over dahlia’s planten.
•	Begin met het wegknippen van uitgebloeide bloemen bij lentebloeiers, zoals narcissen. Zo gaat er geen energie verloren aan zaadvorming, maar gaat alle energie terug de bol in voor volgend jaar. Laat het loof zitten tot het helemaal vergeeld is, hiermee neemt de plant nog nieuwe energie op.

In de moestuin

•	Dit is het laatste moment om tomaat, paprika en pepers te zaaien. Deze planten hebben een langere opkweekperiode en hebben deze vroege start ook echt nodig om volledig te rijpen voordat de zomer voorbij is.
•	Zaai courgette, biet, komkommer en dille binnen voor.
•	Zaai rucola, pluksla, koriander en peterselie onder glas.
•	Zaai bonen, wortel en radijsjes direct in de volle grond. Bieslook kan nu ook in de volle grond gezaaid worden.

Snoeien

•	Knip de clematis terug. Let wel op welke clematis je hebt; vroegbloeiende soorten bloeien op oud hout, als je deze nu snoeit zullen ze dit jaar niet meer bloeien.
•	Snoei de fruitbomen en -heesters als je dat nog niet gedaan hebt. Appel, peer, framboos en ribus kun je nu nog prima snoeien. Kers en walnoot kunnen nu niet meer gesnoeid worden
•	Knip het afgestorven blad van vaste planten terug, zodat deze weer opnieuw uit kan lopen. Let op dat je de groeipunten en jonge scheuten niet beschadigd. Je kunt het afgestorven plantmateriaal in kleine stukjes knippen en tussen de planten leggen, zo vormen ze een fijne laag organisch materiaal die snel verteerd wordt.
•	Knip de siergrassen helemaal terug vóórdat ze opnieuw uitlopen. Zo voorkom je dat je de jonge scheuten beschadigt. Zorg voor handschoenen; sommige siergrassen hebben erg scherpe bladeren. Knip bij groenblijvende siergrassen alleen het beschadigde, lelijke blad weg.
•	Snoei hagen en heesters die te groot zijn geworden flink terug vóórdat het nestseizoen begint.
•	Snoei de klimop terug. Knip de loshangende takken weg en verwijder de stengels die zich aan de kozijnen of dakgoot hebben gehecht.
•	Rozen kunnen nu ook flink gesnoeid worden. De dikke, gezonde scheuten gaan de meeste rozen produceren, probeer die dus zo veel mogelijk te laten zitten. Je kunt deze scheuten wel wat terug knippen om de roos terug in vorm te brengen. Snoei dan net iets boven een knop die naar buiten gericht staat. Oude verhouten takken knip je weg tot een groene scheut of knop en verwijder takken die elkaar kruisen en in de weg zitten.
•	Aan het eind van de maand kun je de vlinderstruik terugsnoeien tot ongeveer 30cm boven de grond.
•	Ook de Hortensia kan deze maand teruggesnoeid worden. Kijk eerst goed welke hortensia je voor je hebt en of deze soort bloeit op oud hout (zoals de boerenhortensia) of op jong hout (zoals sneeuwbal- en pluimhortensia’s) en snoei alleen in een vorstvrije periode.
•	Hortensia’s die bloeien op jong hout kun je helemaal terugsnoeien tot op ongeveer 10cm van de basis van de plant. De plant vormt al snel nieuwe takken waaraan dit jaar nog bloemen komen.
•	Heb je een hortensia die bloeit op oud hout? Snoei dan alleen de uitgebloeide bloemen weg tot net boven de nieuwe bladknoppen, en verwijder eventueel dorre takken. Laat de rest van de takken met rust, hieraan vormen dit jaar de nieuwe bloemen. Als je rigoureuzer wilt snoeien om de struik te verjongen of in te korten, knip dan 1/2 van de oudste takken tot 10cm boven de basis van de plant af. De rest snoei je pas volgend jaar. Op de takken die je niet snoeit ontstaan dit jaar dan toch nog bloemen.
•	Snoei de overwinterde kuipplanten, zoals oleander en olijf. Je kunt nu flink snoeien, dat zorgt voor mooie vertakte planten.

Verzorgen

•	Ruim de borders niet in een keer helemaal op. Tussen het oude plantmateriaal slapen de hommels, wilde bijen en lieveheersbeestjes. Zolang het ’s nachts nog kan vriezen hebben ze die beschutting ook echt nog nodig.
•	Zet groeirasters klaar boven de planten die nu uitlopen. De planten groeien er dan mooi doorheen. Naarmate de planten groeien kun je de rasters mee omhoog schuiven, waardoor ze later perfect ondersteund worden.
•	Onkruid is weer begonnen met groeien en hoe eerder je erbij bent, hoe makkelijk je het weg kunt halen. Pluk het onkruid met de hand weg, met een schoffel kun je de groeipunten van planten beschadigen die nu nog niet zichtbaar zijn. Kijk ook uit dat je niet de uitgezaaide eenjarigen weghaalt die je eigenlijk wilt laten groeien.
•	Bomen gaan nu weer groeien, ook in de breedte. Controleer of boombanden niet te strak zitten, en maak ze zo nodig losser of haal ze weg om ingroeien te voorkomen.
•	Zomerbloeiende vaste planten kun je nu delen. Je kunt nu vaak goed herkennen voor welke planten dat echt nodig is. De grote kluit komt boven de grond uit en de nieuwe groeipunten vormen zich alleen aan de buitenkant. Deel de kluit in meerdere stukken, gooi het middelste deel (met geen of weinig groeipunten) weg en herplant de andere delen.
•	Leg een watergeefsysteem aan nu de planten nog klein zijn. Door nu een druppelslang in te graven kun je straks in droge zomers makkelijk, effectief en zuinig water geven.
•	Laat overwinterende kuipplanten nog even binnen staan; het kan deze maand nog gaan vriezen. Je kunt ze nu al wel weer wat meer water geven.

Gazon

•	Aan het eind van de maand kun je het gazon verticuteren; verwijder het mos en de viltlaag (plantaardig afval) uit de grasmat met een hark of verticuteermachine. Zo kan water en zuurstof weer makkelijker bij de bodem en geef je het gras weer de ruimte om te groeien.
•	Zaai kale plekken meteen in met Herstel Gazonzaden. Vergeet niet te bewateren in droge periodes.
•	Maart is ook een geschikte maand om een nieuw gazon aan te leggen.
•	Blijft het water op het gazon staan? Prik dan met een riek of gazonherstelvork gaatjes in de grond. Water kan zo beter weglopen, en voedingsstoffen en zuurstof kunnen de worteltjes weer beter bereiken.
•	Je kunt nu weer beginnen met het maandelijks bemesten van het gazon.

Vijver

•	In het voorjaar komt de vijver tot leven. Waterplanten gaan weer groeien en de vissen laten zich weer wat vaker zien. Met het onderhoud dat je nu uitvoert help je de vijver opstarten, en breng je de conditie van het vijverwater weer op peil.
•	De eerste – en belangrijkste – stap is het verhogen van de waterhardheid (GH) en de carbonaathardheid (KH). Dit is een periodieke klus, omdat de hardheid van vijverwater geleidelijk terug loopt door invallende regen (zacht water) en doordat waterplanten bij hun groei mineralen en CO₂ uit het water halen. Behandel de vijver met Mearl om de waterwaardes weer op peil te brengen.
•	Zodra het water boven de 8 °C komt schakel je de pomp en het filter weer in. Controleer of alles nog goed werkt. Heb je een UV-filter? Maak de glazen buis schoon en vervang de UV-lamp (de straling neemt na één groeiseizoen al sterk af).
•	Verwijder de afgestorven plantmaterialen uit de vijver. Denk hierbij ook aan de oeverplanten.
•	Wacht nog even met het plaatsen van nieuwe vijverplanten tot de waterwaardes weer helemaal in orde zijn. Je kunt deze waardes eenvoudig zelf testen.

In en rondom het huis

•	Bestel je zomerbloeiers, de eerste kunnen deze maand de grond al in!
•	Maak het terras, het pad, de vlonders en de tuinmeubelen schoon en verwijder groene aanslag. Let op: NIET aan de slag met een hogedrukreiniger! Hiermee beschadig je de toplaag, waardoor het vuil alleen maar hardnekkiger terugkomt. Met BioNyx biologische schoonmaakmiddelen los je het vuil (zonder schrobben en zonder chemicaliën!) snel en effectief op.
•	Plaats een regenton. Zo kun je de droge periodes voortaan overbruggen met opgeslagen regenwater.
•	Bedenk alvast wat je dit jaar met je balkon of terras wilt doen. Je kunt een tuin in potten beginnen, met kleurige zomerbloeiers en prachtige eenjarigen. Ook met beperkte ruimte kun je veel groen toevoegen, bijvoorbeeld met een verticale tuin. Denk je meer aan een mini moestuin? Deze groenten kun je prima kweken in potten en bakken en nemen weinig ruimte in beslag.
•	Blijf de vogels voorzien van voer en water. Stop nu wel met het voeren van hele pinda’s, jonge vogels kunnen hier in stikken.
•	Vogels gaan nu op zoek naar een plekje voor hun nest. Hang nieuwe nestkastjes op en maak de bestaande nestkastjes goed schoon met kokend water. Gebruik geen zeep, dit kan schadelijk zijn voor de (jonge) vogels.
•	Plaats een hommelhuis of insectenhotel.